De vacht van de kat

Hoezeer wij mensen het ook waarderen, al die glanzende fluwelen of wollige vachten in allerlei kleuren, katten hebben hun vacht niet voor de mooi. De kat heeft verschillende soorten haren op zijn lichaam en die hebben verschillende functies.

Naast de haren die een tastfunctie hebben, zoals de snorharen en de lange tastharen boven de ogen en aan de achterkant van de voorpoten, en de haren die vooral gericht zijn op het weren van vuil (wimpers, haren voor de gehooringang), zijn er de haren die we echt tot de vacht rekenen. Dit zijn de gladde, stevige dekharen en de dunnere, meer pluizige haren van de onderwol. Sommige katten hebben erg veel onderwol. Bij sommige Perzen bestaat de vacht bijna alleen maar uit pluizige, lange onderwol en nauwelijks dekhaar. Er zijn ook rassen met krulhaar; zoals de Rexen, de Wirehair en de LaPerm, en er zijn een (nagenoeg) haarloze rassen zoals de Sphynx en de Peterbald.
De haren kunnen d.m.v. kleine spiertjes in de huid overeind gezet worden. Bij kou wordt op die manier de isolerende luchtlaag tussen de haren groter. Bij warmte wordt de vacht plat gemaakt zodat de kat zijn lichaamswarmte beter af kan voeren.

De vacht heeft verschillende functies:
► bescherming tegen temperatuur en weersinvloeden

► bescherming tegen vallen, stoten, krassen, krabben & beten etc.
► communicatiemiddel (heel bekend: het opgezette rughaar en de dikke staart)
► tast (snor- en andere tastharen in combinatie met tastzintuigen in de huid)

De vacht groeit vanuit de huid en de huid heeft vele functies.
De huid is het grootste orgaansysteem van het lichaam.
De belangrijkste functies zijn:
► bescherming van het lichaam tegen ziektekiemen en schadelijke stoffen
► alarmfunctie; activering van het afweersysteem bij beschadiging van de huid of contact met een ziektekiem
► bescherming van het lichaam tegen beschadiging en uitdroging
► regeling van de lichaamstemperatuur (door uitzetten of vernauwen van de bloedvaten en, bij katten alleen de voetzooltjes; zweten)
► zintuigfunctie; door de in de huid gelegen zintuigcellen kan het lichaam reageren op de omgeving (warmte, kou etc.) en op tastprikkels (bijv. pijn of bij het beethouden van een prooi)
► aanmaak vitamine D
► uitscheiding van afvalstoffen; bijv. door zweten, maar ook bij ziektes en allergieën (eczeem, uitslag)

Opbouw en functie van huid en vacht.
De kat heeft verschillende soorten haren op zijn lichaam en die haren groeien uit de huid die uit verschillende lagen bestaat.
Het bovenste laagje van de huid is de opperhuid. Daaronder zit de lederhuid, en daaronder het onderhuids bindweefsel.
Hieronder ziet u een schematische weergave van de huid met een korte beschrijving van de anatomie van de huid, en de functies van huid en vacht.

huidSH_kopie_10__met_tekst_6_gecomp
© Kattentrimsalon Cat Pretty

De opperhuid (epidermis)
In de opperhuid zit de zgn. kiemlaag waarin de huidcellen gevormd worden.

In deze kiemlaag zit ook het pigment dat kleur geeft aan huid en haar.
De haren groeien vanuit de haarzakjes. Deze haarzakjes zijn gelegen in uitstulpingen van de opperhuid in de lederhuid. De vacht maakt eigenlijk dus onderdeel uit van de opperhuid.

De huidcellen worden, door de constante aanmaak van nieuwe cellen, steeds verder naar buiten geduwd waar ze uiteindelijk afsterven.
De afgestorven huidcellen zijn dan echter nog steeds van nut; samen vormen ze de hoornlaag. Het waterdichte toplaagje van de huid. De afgestorven cellen laten uiteindelijk los en vallen van het lichaam. Soms klonteren ze samen en dan zijn ze te zien als huidschilfers, ofwel ‘roos’. Veel katten hebben enige mate van roos. Een beetje roos, zeker na het borstelen, is normaal. Ook in de wintermaanden kan er wat meer roos te zien zijn door de droge lucht in huis (en katten willen de bron van die droge lucht; de verwarming, nogal eens op te zoeken).

De lederhuid (dermis)
Onder de opperhuid zit de, veel dikkere, lederhuid. In deze huidlaag bevinden zich o.a. veel huidkliertjes zoals talgklieren die talg produceren om de hoornlaag en de haren soepel en waterafstotend te houden. Er zitten, bij de kat alleen in de voetzolen, ook zweetkliertjes in de lederhuid. De talg- en zweetkliertjes worden gevormd in de opperhuid waar ze ook hun ‘uitgang’ hebben, maar ze zijn zo lang dat hun basis in de lederhuid of zelfs daaronder ligt. Hetzelfde geldt voor de geurkliertjes, waarmee de kat zijn visitekaartje achterlaat, door o.a. het geven van kopjes. Ook deze bevinden zich hier.
Verder liggen in de lederhuid de zintuigcellen en lopen er zenuwbanen en bloed- en lymfevaatjes door heen.

Het onderhuids bindweefsel (subdermis)
Onder de lederhuid ligt het onderhuids bindweefsel. Het onderhuids bindweefsel heeft bij hond en kat een stevige verbinding met de lederhuid, maar een tamelijk losse verbinding met het onderliggende weefsel. Eén van de functies van het onderhuids bindweefsel is vetopslag; deze vetlaag heeft zowel een isolerende functie als de functie van energiereservoir.

De slijmvliezen
Aan de binnenkant van het lichaam, daar waar contact blijft met de buitenwereld (luchtwegen, spijsverteringskanaal, urinewegen, voortplantingsorganen), gaat de huid over in de slijmvliezen. De functies van de slijmvliezen zijn afhankelijk van hun plek in het lichaam.

Feitelijk behoren huid en slijmvliezen, samen met de vacht, tot hetzelfde orgaansysteem en met hun functie van barrière tussen de inwendige systemen van het lichaam en de buitenwereld vormen zij een belangrijk onderdeel van het afweersysteem.

Senior Dientje haalt een frisse neus.
toef_vacht van de kat_bescherming
Toefje geniet van de winterzon

error: Content is protected !!